Wil je verpleegkundige worden en wil je graag weten wat je dan allemaal moet kennen en kunnen? Voor alle verpleegkundigen gelden een aantal algemene competenties en vaardigheden, maar er is ook wel verschil tussen de MBO- en HBO-verpleegkundigen. Wij hebben ze hier allemaal voor je op een rijtje gezet.
Elke verpleegkundige, zowel op HBO- als MBO-niveau, moet een aantal algemene kwaliteiten hebben naast vakinhoudelijke kennis. Je moet hierbij denken aan bijvoorbeeld:
Behalve deze algemene competenties zijn er nog wel verschillen in competenties die van MBO- en HBO-verpleegkundigen worden gevraagd.
Een MBO-verpleegkundige moet dus in ieder geval ook de hier eerder genoemde competenties hebben. Je kunt daar nog probleemoplossend vermogen aan toevoegen. Je bent altijd alert op onverwachte lastige situaties. Dat kunnen noodgevallen met patiënten zijn, maar ook het opvangen van familie of in gesprek gaan met een arts om die te overtuigen van de ernst van een situatie.
Daarnaast heb je vaktechnische kennis en vaardigheden nodig als lichamelijke verzorging en verpleegtechnische handelingen. Die laatste kunnen zijn: medisch rekenen (medicijnen), een infuus of katheter aanleggen of wonden verzorgen. Dit is wel afhankelijk van de afdeling waar je werkt.
Een HBO-verpleegkundige moet nog een aantal extra competenties en vaardigheden hebben. Je krijgt tijdens de opleiding meer theorie en leert analyseren aan de hand van evidence based practice. De HBO’er krijgt de titel ‘regieverpleegkundige’ en is regisseur van de zorgverlening.
Ben je enthousiast geworden voor het vak verpleegkunde? Bekijk dan eens welke opleiding bij jouw ambities past.