Het UWV meldt dat de sectorpremie in 2016 daalt voor werkgevers uit 46 sectoren. Dit komt doordat het aantal WW-uitkeringen flink is gedaald en deze daling naar verwachting volgend jaar verder doorzet.
Naar verwachting neemt het aantal WW-uitkeringen met 24.000 af tot 417.000. Het UWV verwacht dat deze daling doorzet en dat er eind 2016 aan 388.000 mensen een WW-uitkering wordt verstrekt. Veel werkgevers kunnen hierdoor een lagere WW-sectorpremie tegemoet zien. Gemiddeld daalt de sectorpremie met 0,38 procentpunt naar 1,78 procent. Dit zal het laagste niveau zijn sinds 2010. De grootste premiedalingen vinden plaats in de aan de bouw gerelateerde sectoren Mortelbedrijf, Stukadoorsbedrijf, Timmerindustrie en Bouwbedrijf.
Helaas zullen niet alle werkgevers kunnen profiteren van deze lagere sectorpremie. Werkgevers uit 16 sectoren (waaronder de sectoren zuivelindustrie, baggerbedrijf en personenvervoer) zullen volgend jaar te maken krijgen met een hogere premie. Dit komt door vooral door stijgende WW-lasten of een afname van de sectorale loonsom. De sector met de hoogste premiestijging is de sector Werk en (re)Integratie. Deze sector is nieuw en maakte voorheen onderdeel uit van de sector Overheid. Doordat deze sector een hoog WW-risico heeft, krijgt het een eigen sectorpremie.
Om te voorkomen dat sectorfondsen in een negatieve spiraal terechtkomen, is er een wettelijk lastenplafond. De lasten van sectorfondsen die boven dat plafond uitkomen, worden collectief gedragen. In 2015 kwamen zeven sectorfondsen boven dat lastenplafond uit. Volgend jaar geldt dat alleen nog voor de uitzendsector en het dakdekkersbedrijf.
Bron: PWdegids