De Nederlandse beroepsbevolking behoort tot de wereldtop qua kernvaardigheden. We doen het in vergelijking met andere ontwikkelde landen goed tot zeer goed op het gebied van taalvaardigheid, rekenvaardigheid en probleemoplossend vermogen. Dat blijkt uit onderzoek van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) dat is uitgevoerd onder 16- tot 65-jarigen in 24 landen. In Nederland deden ruim 5.100 mensen mee aan het onderzoek.
Samen met vier andere landen staat Nederland voor wat betreft de volwassen beroepsbevolking op de tweede plaats als het gaat om rekenvaardigheid, op een derde plaats voor taalvaardigheid en samen met vier andere landen zijn we nummer drie als gekeken wordt naar probleemoplossend vermogen.
Ook Nederlandse jongeren scoren hoog. Ze staan met vier andere landen boven aan de lijst qua rekenvaardigheden en met twee andere landen nummer twee qua taalvaardigheid.
Wel valt op dat de verschillen binnen Nederland groot zijn. Zo zijn de rekenvaardigheden van Nederlandse mannen groter dan die van hun vrouwelijke landgenoten, maar toch scoren de vrouwen internationaal hoog. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor de verschillen in taalvaardigheid tussen havo/vwo en mbo. Die verschillen zijn op één na het grootst van alle onderzochte landen, terwijl mbo’ers het in internationaal perspectief goed doen. De gemiddelde score van jongvolwassenen met een mbo-diploma ligt hoger dan de gemiddelde score van deelnemers met een afgeronde opleiding in het hoger onderwijs in sommige andere landen.
Vergeleken met 17 jaar geleden is het percentage ‘excellenten’ gestegen van 16 naar 19 procent, maar ook het percentage laaggeletterden groeide, van 9,4 naar 12 procent.
De overall hoge score is goed nieuws voor Nederlandse werknemers, want dit hangt nauw samen met een succesvolle deelname aan de arbeidsmarkt. Mensen met een hoog niveau van vaardigheden hebben vaker werk en een hoger inkomen. Nederland is duidelijk een diensteneconomie. De financiële en zakelijke dienstverlener is koploper op zowel taal- als rekenvaardigheden, maar ook in de sectoren zorg en welzijn en onderwijs scoort Nederland hoog. Volgens minister Bussemaker toont het onderzoek aan dat het Nederlandse onderwijs een ‘uitstekende basis’ is voor een goede deelname aan de arbeidsmarkt en de samenleving. "Door veranderende maatschappelijke ontwikkelingen en invloed van ICT op ons leven, blijft het noodzakelijk dat iedereen minimaal over een startkwalificatie beschikt. Want de komende dertig jaar blijft kennis de sleutel voor een succesvol Nederland."
Bron: Rijksoverheid