Terwijl de vrouw stijgt op de managementladder, blijft de positie van minderheden in leidinggevende functies nog achter. Het aandeel van minderheden in de managementvijver is hooguit 2 procent. Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant, die gesprekken hield bij 34 grote bedrijven. De resultaten zijn jammer, want een divers management leidt volgens studies tot betere besluitvorming en meer innovatie.
Er is nog weinig diversiteit in de top van het bedrijfsleven. Volgens CBS-cijfers is het aandeel niet-westerse allochtonen in Nederland 11,7 procent. Zij maken 9,6 procent uit van de beroepsbevolking. Met een percentage van maximaal 2 procent in hogere managementfuncties is duidelijk sprake van ondervertegenwoordiging. Het ziet er ook voor de nabije toekomst nog niet echt rooskleurig uit voor niet-westerse allochtonen. Van de grote bedrijven hoeven zij voorlopig niet veel te verwachten. Nog geen derde (10 van 34 door de Volkskrant onderzochte organisaties) doet actief zijn best om meer allochtonen in het hogere management op te nemen. Soms is er wel een diversiteitsbeleid voor het personeel, maar niet speciaal voor minderheden en vaak wordt alleen gekeken naar de samenstelling van de raad van bestuur en raad van commissarissen.
Dat er zo weinig culturele minderheden te vinden zijn in de top, komt volgens deskundigen onder andere door onkunde en onbegrip bij personeelsmanagers. Zij zouden nog met (al dan niet onbewuste) vooroordelen kampen en vooral kijken naar klassieke leiderschapscriteria, gericht op instrueren en delegeren. Hierdoor valt veel allochtoon talent af bij selectieprocedures. Dominant optreden wordt bijvoorbeeld gewaardeerd, terwijl in andere culturen bescheidenheid juist een deugd is. Een gemiste kans, want Marokkaanse, Turkse en Surinaamse leiders kunnen juist van grote waarde zijn. Turkse medewerkers hebben bijvoorbeeld een groot gemeenschapsgevoel, wat een positieve invloed op de binding van het personeel kan hebben.
Bron: Volkskrant, HR Praktijk