Zo’n 80% van de werkende Nederlanders wil nog graag leren en zich verder ontwikkelen. Uit onderzoek onder 1.100 mensen in loondienst blijkt dat flexibiliteit van de onderwijsinstelling voor 92% van de werkenden de belangrijkste reden is om voor een bepaalde opleiding te kiezen. Daarom kiezen ze ook vaak voor particulier onderwijs. Daar is meer ruimte voor de persoonlijke invulling van de leerbehoefte dan bij het publieke onderwijs.
Als jij bij die werkende Nederlanders hoort die nog niet is uitgeleerd en nog graag een opleiding wil volgen, heb je de keuze tussen particulier onderwijs en publiek onderwijs. Hierboven noemden we als een belangrijk verschil tussen deze twee typen. Als je een opleiding moet combineren met je werk en een druk privéleven, is het wel zo fijn als je dat flexibel kunt doen. Zoals gezegd is dat eigenlijk de belangrijkste motivatie bij het kiezen van een opleiding.
Die flexibiliteit zie je terug in verschillende zaken. Het is bijvoorbeeld kleinschaliger, waardoor het studieprogramma flexibeler kan zijn en studenten dit eenvoudig zelf kunnen indelen. Je kunt ook vaak kiezen uit meerdere leslocaties door het land en of je overdag, ’s avonds of in het weekend lessen volgt. Daarnaast kun je op meerdere momenten per jaar aan je opleiding beginnen en kiezen voor kortere leertrajecten. Ook is het binnen particulier onderwijs vaak mogelijk om langer te studeren dan de traditionele studieduur.
Maar er zijn meer verschillen tussen particulier en publiek onderwijs, die mede bepalend kunnen zijn bij je keuze voor een opleiding. Een groot verschil tussen de twee soorten onderwijs zit hem in de kosten. De overheid bekostigt de publieke instellingen, terwijl particuliere instellingen alles zelf moeten bekostigen. Dat vraagt om een grotere financiële bijdrage van de student. Daar staat wel tegenover dat je niet extra hoeft te betalen als je langer over je studie doet. En er zijn verschillende subsidie- en financieringsmogelijkheden die ook het studeren bij een particuliere instelling betaalbaar houden. Bovendien is het volgen van een extra Master- of Bacheloropleiding bij het publieke onderwijs ook erg kostbaar, dan heb je namelijk te maken met instellingscollegegeld.
Op het gebied van persoonlijke aandacht zijn de verschillen tussen de publieke en particuliere onderwijsinstellingen niet groot, vindt 40%. Maar er is wel een verschil tussen oudere en jongere deelnemers aan het onderzoek. De helft van de 60-plussers vindt bij beide dat de docenten betrokken zijn bij hun leerlingen en hun leertraject. Maar van de deelnemers aan het onderzoek die jonger dan 30 jaar zijn, vindt bijna 70% dat in het particuliere onderwijs de persoonlijke aandacht beter is.
Kort samengevat kunnen we dus concluderen dat er diverse verschillen zijn tussen particuliere en publieke onderwijsinstellingen, maar dat bij de werkende Nederlander flexibiliteit de belangrijkste factor is bij keuze voor een opleiding of opleider.